Op mijn beeldscherm zit een geeltje geplakt: ben je er nog? Adem je nog?
‘Nederland zweeft’ las ik vanochtend in de trein. Dat kan wel kloppen, spiritualiteit is hot. Veel vrienden / vriendinnen zijn er volop mee bezig. Ik kan nu met mensen – lees: mannen! – van wie ik het nooit verwacht had, praten over meditatietechnieken, yoga, tai chi, stilte, god, flow en al het andere dat tussen hemel en aarde zweeft.
Nou ben ik een kind van de jaren ’70 en dus flink door de zweefwol gewassen. Bhagwan, (lach, huil, schreeuw, bid, werk en bewonder) meditaties, LSD trips, bewust ademend de zon zien opgaan in het Vondelpark, boeddhist worden: seen it, done it…
Gisterenavond zat ik met vriend F. in een hip cafe op de Overtoom. F. is dertiger, met goede baan, creatief, hele snelle denker maar relationeel momenteel een beetje in de war. En als de nood hoog is, vervaagt de grens naar zweefland. En omdat zweven weer hip is, was er volop ruimte voor mijn spirituele coming out en durfde ik voorzichtig te opperen dat het misschien wel zou helpen minder na te denken, maar ’s rustig een paar keer per dag te gaan zitten ademhalen, gedachten lekker langs te laten drijven en even niet bezig te zijn met duwen en trekken aan een patstelling. Ik werd niet uitgelachen of voor oude hippie uitgemaakt. F. vond het zelfs volstrekt normaal en nam zich vast voor die avond nog te beginnen.
Fasten your seatbelts want hier komt mijn meest spirituele ervaring ooit. Dat was een jaar of vijf geleden. Ik deed een – niet spiritueel! – zelfgroei programma. Drie dagen lang opgesloten met een groep mensen om knopen in je leven te ontwarren. Een achtbaan. Duizelingwekkend hard de diepte in, snel stijgen naar grote hoogten met geweldig uitzicht over je leven. Een uitputtingsslag waarbij iedere aanname over wie je bent, over je relaties, over je werk hard onderuit gaat. Na anderhalve dag voelde ik me een gepeld uitje: emotioneel en psychologisch gestript. Geen idee meer wie ik was. Slapen was er niet meer bij want ondanks uitputting stuiterend van de adrenaline. De derde ochtend stond ik om een uur of vijf op en liep het park in. Het doodsaaie, lelijke park bij mij voor de deur. Het was alsof ik het voor het eerst zag. Echt zag. Alsof ik de hele wereld voor het eerst echt zag. Alles om me heen iedere boom, struik, tak, paardenbloem, vibreerde met dezelfde energie. Ook ik maakte deel uit van die energie. Ik dacht niet, ik voelde niet, ik was. Niet meer en niet minder en het was perfect. Waarna het raam weer dichtging en nooit meer zover opengegaan is. Het was geen zweven, het was de meest echte ervaring ooit.
En daarom hangt er altijd een geeltje op mijn beeldscherm: ben je er nog? Adem je nog? Zodra ik dat lees, gaat de energie weer stromen: van mijn hoofd tintelend naar mijn voeten. Zo echt als wat.
Respect.