“Weet je? Eigenlijk is het zo’n mooie stad.” zeg ik tegen vriendin N. die bij me aanschuift op een terras. “Ik bedacht net precies hetzelfde,” beaamt N. die aan was komen fietsen uit Haven. We hebben een haat liefde verhouding met onze stad, N. en ik.
Almere. Het gebrek aan cultuur. Het gemis aan gelaagdheid. Dat je je lopend door het stadshart een buitenbeentje voelt en bij culturele bijeenkomsten, filmhuisfilms en theatervoorstellingen altijd hetzelfde kleine kringetje tegenkomt. En daardoor de stad uitvlucht. Muziektheater, BIM huis, de beste musea en alle filmhuisfilms zijn maar 20 minuten verderop tenslotte.
En dus twijfelen we, en funda’en we regelmatig. Op zoek naar anders en beter. Op zoek naar thuis.
De afgelopen weken ben ik van wijk naar wijk gefietst om, in het kader van een opdracht, interviews te doen met Almeerders. Van Poort naar Almere Buiten, van Haven naar Stad. Ik fietste omgeven door klaprozen, korenbloemen en margrieten. Door parken, langs water en bomen die tot in de hemel groeiden. En al fietsend ging mijn hartje open en liet ik de stad weer binnen. Ik kwam in wijken en parken waar ik lang niet geweest was en zag hoe het almaar mooier werd. In nieuwe wijken waar zand en kaalheid nog heersten, zag ik mensen aan hun eigen dromen bouwen.
Gisterenavond zaten we bij de buren in het late avondzonnetje voor hun huis. De buurvrouw kreeg vorige week bericht dat ze zeer ernstig ziek is. Als vanzelfsprekend schoven meerdere buren aan. Samen vormden we even een vangnet, een warme cirkel. Later liep ik het park in en fotografeerde de zon die spectaculair onderging.
Ik hoef even nergens heen. Dit is thuis.
Kernachtig mooi, warm en waar…
Dank je wel, Ton!
Mooi verhaal Con ie en erg herkenbaar! Groet Henny
Mooi stukje. Kippenvel!
Dank je wel, Dymph!