Goed, ik heb ook geen picknick achter de rug. De operatie, inclusief (oeps) punctie van de blaas, de 25 dagen op en neer naar de radiotherapie poli – vanaf mijn huis normaalgesproken een ontspannen wandelingetje van tien minuten. Maar een dag of tien bestraling werd het een strompeltocht van een half uur met veel voorovergebogen pauzes en letterlijk de angst in mijn broek te poepen. Want darmen houden niet van bestraling. En ze zijn het nog steeds niet vergeten, die darmen want nu, zo’n 4 maanden na de laatste strompeltocht, zijn ze nog steeds van slag en gooien regelmatig de planning in de war.
Kanker is nogal verneukeratief, vind ik. Je merkt er niets van maar ineens krijg je een telefoontje en is je leven nooit meer lekker onbevangen en spontaan. En daarna word je echt ziek, van de behandelingen. Van het gevecht tegen kanker. Ik heb altijd een hekel gehad aan die militaire termen. Hoezo, vechten tegen kanker? Het impliceert maakbaarheid – als je maar hard genoeg vecht, word je beter. En anders is het eigen schuld dikke bult. Buitengewoon de pest aan dat soort praat. Ik heb wel iets gemerkt van een gevecht tegen mezelf. Je verwacht dat er na de behandelingen er een stijgende lijn richting genezing is. Vergeet het maar. Je zigzagt tegen de klippen op en dat doe ik nog steeds. Dus moet ik regelmatig vechten tegen de neiging in bed te blijven, niet te werken, niet naar buiten te gaan. Die dagen worden gelukkig wel minder. Ik schop mezelf elke dag naar buiten, drie keer per week naar de sportschool, naar mijn Amsterdamse opdrachtgever, naar het leven.
Dat helpt. De vervreemding tussen mijn niet meer zo vanzelfsprekende leventje en de wereld die doordraait, wordt minder. Af en toe voel ik zelfs dat ik er weer bij hoor, bij het leven. En tegelijkertijd hoor ik bij die dierbaren met wie het niet goed gaat. Besef ik elke dag dat het ineens allemaal anders kan zijn. Geniet ik daardoor extra van kleine dingen – zoals je vaak hoort – mwoah. Niet echt. Mocht het ooit zover komen, krijgen jullie het te horen. Voorlopig is het nog even strompelen.
Ik heb ook de pest aan die praat, over vechten tegen.. Het is een oneerlijk gevecht, want je kent je vijand wel, maar je ziet hem niet. Het is een guerilla-soldaat. Om maar in de militaire termen te blijven.
p.s. op het platform kanker.nl ben ik wandelaarster.
Mooie omschrijving: guerrillasoldaat. Alle liefs en sterkte, wandelaarster!