Fietsen naar Haven. Het zonlicht valt door de bomen in plasjes op de velden die oplichten dankzij het wit van fluitekruid en uitgebloeide paardenbloemen. Het fietspad slingert zich door een zacht lichtgroene poort. Ik denk aan de docu van gisterenavond. Over kunstenaar Christo en zijn vrouw die The Gates maakten in Central Park. Kilometerslang meanderen oranje poorten met daaraan saffraankleurige doeken zich door het park. Het beeld iedere keer anders, afhankelijk van wat de wind met de stof doet, hoe het zonlicht er doorheen valt, de maan haar stralen werpt. Je ziet hoe de New Yorkers – aanvankelijk gereserveerd – gaandeweg betoverd worden door dat bevreemdende en blij makende beeld van die eindeloze doeken in de wind.
Waar was ik, o ja, fietsen naar Haven. Als ik de Kerkgracht op fiets zie ik Daniel aan de overkant voor zijn deur gitaar zitten spelen. Zwaaien. Niet verkeerd, een dagelijks fietstochtje als dit. Naar de Hulk voor een officiele bezichtiging. Myra en Huub mee. En een mevrouw van de Alliantie die het allemaal niet zo goed weet te verkopen. Bovendien is de Hulk is nou niet bepaald een plek waar je meteen verliefd op wordt. Onbestemd lopen we naar buiten. Lastige beslissing. Eerst maar ’s op zoek naar koffie. We lopen Willem tegen het lijf die een communicatiebureau heeft. “Bij mij in het gebouw is ook nog plek, loop even mee.” En dat voelt meteen goed. De ruimtes die leeg staan zijn te groot voor ons 3-en. En dan zegt Willem dat hij het ook wel gezellig vindt mee te doen. En Peter wil ook wel…Ineens is er weer energie. Schrijven op het Plein. Klinkt goed.