Drie uur s’ nachts. Kan niet slapen na intensieve uurtjes achter de pc gistermiddag en etentje met goede vriendin. In het stadshart loeit het alarm in de Hospitaalgarage dat defect is en dus zomaar af gaat. Het moet gekmakend zijn voor mensen in het stadshart als ik het hier in een aangrenzende wijk al hoor…
Vriendin zit in de gemeenteraad en dus keren we de lokale politiek altijd binnenstebuiten. We bespreken de Paviljoens. De avond dat de PvdA het museum de rug toekeerde en ik hetzelfde deed met de PvdA. We waren er allebei die avond en allebei waren we razend. Zij niet alleen om het besluit – je kunt niet altijd je zin hebben – maar om de manier van politiek bedrijven. Ik was razend om het besluit – en dan in het licht van het krakkemikkige kunst en cultuurbeleid in het algemeen. Zonder dat we het van elkaar wisten hebben we geprobeerd het tij te keren. Ik ben die avond niet de fractiekamer ingegaan, vond het niet netjes te dreigen met opzegging. Had ik het maar wel gedaan, niet dat het verschil gemaakt had. Maar toch. Lastig was dat ik de argumenten niet onmiddelijk paraat had, dat ik aan m’n water voelde dat het niet deugde en water telt niet…
Maar wat als ik in de raad had gezeten? Wat had ik gedaan? Wetend dat kunst en cultuurbeleid een van mijn speerpunten zou zijn. Wetend dat dit een slecht besluit is, gebaseerd op boekhouden, niet op visie. Wetend dat de fractieleider unanieme steun verlangt en de fractie in gevaar is als ik besluit die niet te geven. Er zijn grenzen. Persoonlijke grenzen. Zou ik die overschrijden om de fractie in stand te houden? Maar wat zou mijn motivatie dan nog waard zijn?
Vriendin en ik komen hier altijd weer op uit. Hoe zuiver ben je nog, kun je zijn?
Ik ga m’n MP3 opzetten, op de bank liggen en naar de radio luisteren. Wie weet hebben Bos, Balk en Rou nog iets te melden. Ik sluit het alarm buiten.