Mens & ziekenhuis

Peter belt: “M. ligt in het ziekenhuis. Hersenbloeding.” Een paar uur later zitten we bij hem. M. zit beneden in de gang en zo op het oog valt het mee. Geen scheefgezakte mond, geen verlammingen. Hij beweegt zijn grote lijf op dezelfde elegante wijze als altijd. Een notitieblok en pen liggen voor hem op het tafeltje. Het spraakcentrum is aangetast, praten gaat wel maar sommige woorden worden vervangen door woorden die er niet thuis horen. Het blok staat vol zinnetjes, tekeningetjes. Na een minuut of tien begin ik te wennen aan zijn nieuwe taal. M. ziet er zacht uit, er hangt een soort aura om hem heen van overgave, mildheid. Kracht ook. Niet de kracht die we van hem kennen. Niet de rebelse, strijdbare kracht die hij tentoonspreidt als hij vecht tegen bureaucratische windmolens. Een zachte kracht die prettig voelt.

M. is acteur / theatermaker in hart en nieren. Niet goed uit je woorden kunnen komen, verhindert hem niet trefzeker na te spelen wat hij om zich heen ziet. De patiënten die buiten een sigaretje roken. In duster en rolstoel, zich vasthoudend aan hun infuuspaal. Het bezoek dat met frisse tegenzin de hal binnenwandelt en weer opgelucht verlaat. De artsen en verpleegkundigen die zich zonder na te denken angstvallig vasthouden aan zinloze protocollen. Terwijl ik naar hem kijk, zie ik hem de ervaringen verwerken en opslaan voor ongetwijfeld een nieuw toneelstuk.Ik lach tot de tranen over mijn wangen rollen maar mijn andere tranen zitten voortdurend onder de oppervlakte. Niet van verdriet, want M. gaat het redden, maar van ontroering om die grote, altijd dwarse man die zich op de best mogelijke manier schikt in wat hem overkomt en daar zijn bezoek zo’n bijzonder inkijkje in gunt.

Hij maakt me duidelijk dat hij iets wil oefenen. Een gewoon gesprek waarin stiltes vallen is lastig. Dan moet je na gaan denken uit welk laatje je de woorden gaat halen en die laatjes zijn door de war. Volgens M. kan hij onverhoedse, spontane vragen wel goed beantwoorden. Het onderbewuste trekt dan als vanzelf het goede laatje open. We oefenen. Hij zit stil en met zijn ogen dicht tegenover me. Ik vuur vragen op hem af. Zijn antwoorden zijn foutloos, zonder hapering.

Wat zijn mensen toch bijzonder. Kracht kunnen putten uit onverwachte situaties. Liefdevol blijven als de mat onder je vandaan getrokken wordt. Als ik wegga neemt hij me in een stevig soort houdgreep en houdt me vast. Ik kijk hem na als hij zonder een enkele aarzeling door de lange gang terugloopt naar zijn kamer.

Dit bericht is geplaatst in Inspiratie, Leven, Liefde met de tags , , , . Bookmark de permalink.

0 Reacties op Mens & ziekenhuis

  1. petra schreef:

    Mooi geschreven over iets waar we liever niet bij stilstaan, maar wat ons elk moment allemaal kan treffen.
    M. is een bijzonder mens, die gaat het vast wel redden.
    Wens hem beterschap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *