Goede Vrijdag. En dus schalt de muziek weer door het huis. St. Matthew Passion BWV 244. The Monteverdi Choir. The English Baroque Soloists. The London Oratory Junior Choir. En dat allemaal onder leiding van sir John Eliot Gardener.
Het zullen mijn katholieke roots wel zijn, maar deze periode blijft bijzonder. Het gaat wel behoorlijk door elkaar lopen. Witte donderdag, wat is dat ook alweer? En aswoensdag, was dat nou voor Witte Donderdag of veel eerder? Ik herinner me het askruisje dat ik ’s ochtends op mijn voorhoofd getekend kreeg en dan de sport die zo lang mogelijk te laten zitten. Het 40 dagen vasten trommeltje waar alle snoep in verdween. En de dagen voor Pasen, de kleuren in de kerk. Paars, wit. Het lopen van de statie. Waarschijnlijk is daar de kiem gezaaid voor het spirituele. Er zijn mensen die zeer geschikt zijn voor het kind zijn, zo iemand was ik niet. Die angst! De angst voor zwarte vlekken op mijn ziel, dat ik me voorstelde als een wit doosje in mijn borstkas. De angst voor die altijd aanwezige, over mijn zondige schouder meekijkende engelbewaarder. De angst voor hogere machten die onberekenbaar beslisten over mijn leven.
Niets van dat alles nu. Nu is er de muziek en via de muziek kan ik weer iets van de rijkdom van het achtergelaten geloof toelaten. Buiten schijnt de zon. Vanmiddag gaan we trouwringen bestellen. Het is een prima vrijdag.