Ik reis wat af op mijn meditatiekussentje. Naar een ver verleden bijvoorbeeld. Naar gevoelens van toen. Vanochtend zat ik op mijn kussentje en danste.
Werkend aan een voorstelling was er altijd dat moment. Hét moment. Het punt waar geworstel overgaat in flow. Waar de techniek ineens wijkt en ruimte maakt voor de kunst. Er was de muziek, de choreograaf, de passen, de plaatsing in de ruimte, de interpretatie, de blessure die opspeelt, de partner die me laat donderen. En dan ineens is er alleen nog maar dans. Werd ik dans. Dat moment. Niet af te dwingen. Magisch.
Dansrepetities zijn er niet meer maar fietsend in het herfstlicht ben ik ineens de bomen, de bladeren, de fiets, de zon. Schrijvend vindt een mooie zin uit onbekende bron ineens z’n weg naar het papier. Zittend op mijn kussentje valt alles weg en is er alleen maar het zitten. Zeldzame momenten waarop ik even aangeraakt wordt door het mysterie. Pure genade.
Het valt niet af te dwingen, die aanraking van boven, van binnen of waar die ook vandaan komt. Maar misschien kun je innerlijk wel een beetje opschuiven voor het mysterie, het wat ruimte geven. Een beetje zachter leven, een beetje stil zijn. Vol overgave doen waar je van houdt. Dat helpt.