Wakker

Wakker. Soort van. Het is een uur of vijf. De merel in de voortuin is al op. Ik niet. Ik lig. Op mijn zij, ogen open. Ik kijk naar mijn binnenarm. Die is wit in het ochtendlicht. Een zachtblauwe ader loopt aan de binnenkant van mijn elleboog naar mijn pols. Ik voel mijn hart kloppen. In gedachten volg ik het bloed van mijn hart door de aderen naar mijn vingertoppen en tenen. Mijn hart voelt groot en zacht. Ik kijk naar mijn ader, die dappere kleine ader, en denk aan alles daarbinnen dat zomaar aan het werk is, dag en nacht aan het werk is. Wakker en dankbaar slaap ik weer in.

Dit bericht is geplaatst in Leven, Liefde. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *