Ergens diep in mij zit een spiritueel persoontje. Iemand die kalm is en in balans. Die het leven ervaart als niet meer dan golfjes aan de oppervlakte van een oneindig diepe, altijd stromende oceaan waarmee ze zich altijd verbonden voelt. Maar ja, spiritueel persoontje zit verstopt. Verstopt onder de zondagen die sinds ik mijn broertje niet meer wakker kreeg – 5 zondagen geleden, half elf ’s ochtends – een rouwrandje hebben. Croissantje met tranen, zondagsontbijt nieuwe stijl.
Ik kan spiritueel persoontje ook niet ontdekken vanwege mijn monkey mind, slingerend van de ene gedachte naar de andere. Van voor naar achteren, van vroeger naar later. Ik kan mezelf niet meer horen denken. Sterker nog: ik wil mezelf niet meer horen denken. Tijdens de balance en tai chi klasjes gaat het goed, beweging is vertrouwd. Dat is mijn manier, mijn taal: beweging is een boei die ik – plons – in die altijd stromende oceaan kan laten drijven en me ankert aan het leven. Maar verder? Pfff. Is dit rouw? Even niet meer weten wie je bent, wie je wil worden.
Er is maar een oplossing, de rewind knop laten voor wat ‘ie is: oude meuk. Fast forward totaal negeren: toekomst bestaat niet. Press play. Nu.