Planet Onco

Eergisteren. Mijn moeder belt: “We zijn op de terugweg. Het gaat niet.” Een weekje vakantie. Broertje, dochters en mijn ouders. Naar een hotel waar we vroeger met het gezin een aantal keren geweest zijn. De sentimental journey wordt na vier dagen afgebroken. Ik bel het Antonie van Leeuwenhoek dat we de volgende dag langs willen komen.

Gisteren.

12.30 uur. Ik haal mijn broertje op. Hij pakt zijn tas. Doet er een pak Always, vochtig toiletpapier en schoon ondergoed in.

12.45 uur. AvL. Wachten. Broertje staat voorovergebogen, gezicht vertrokken. Pakt tas, verdwijnt naar de wc. De oncoloog komt ons halen. Geen broertje nog. ‘Loop zo maar binnen, als ‘ie terug is.’ Na tien minuten nog geen broertje, hij laat een andere patient voorgaan. Broertje komt terug. Wachten. Staat voorovergebogen. Verdwijnt weer. Oncoloog komt. De geschiedenis herhaalt zich. Een Marokkaans gezin wordt binnen geroepen. “U ziet er allemaal zonnig uit.” zegt de oncoloog jolig. Het geldt niet voor de moeder, gekleed in zwarte burka. “Zonnig?” zeggen twee vriendinnen van een jaar of veertig naast ons op het bankje. De ene bijna kaal. Ze krijgen de slappe lach.

13.45 uur. Naar binnen. Vertellen. Onderzoek. Broertje kruipt op de tafel. Oncoloog schuift het gordijn dicht en start onderzoek. Broertje kreunt. Oncoloog komt met zorgelijk gezicht achter gordijn vandaan. Ik haal een Always uit de verpakking en geef die door het gordijn aan. “Er zit iets een vernauwing”, zegt onco. “Voelt niet goed. Weet nog niet wat. ” “Op grond van je ervaring, wat denk je?” “Kanker.”

14.15 uur. Melden bij radiologie balie voor een echo. Druk. Ze belt naar boven om te vragen of er plek is. Wachten. Dan maar door naar het lab om bloed te prikken. Druk. Wachten. Broertje huilt, wil niet meer. Weer een stap verder. Na uitzaaiingen in maagdarmkanaal en operatielitteken nu de volgende fase. Per dag leven, zeg ik. Per minuut.

14.45 uur. Naar het restaurant. Vier happen yoghurt. Wegschuiven. Praten. Over de kinderen. Over aandacht moeten verleggen naar kleine dingen die er nog wel zijn. Het bekende speculeren, raden. Grapjes. Aan het tafeltje naast ons kijkt een vrouw hartbrekend liefdevol naar haar man. Onze blikken kruisen elkaar. We glimlachen. Verbonden.

15.15 uur. Kunnen we al naar boven? Ja. Naar radiologie. Wachten. Ik bel ouders dat het allemaal langer duurt. “Maar kun je al iets zeggen?” “Niet goed.”

15. 40 uur. De radioloog beweegt het echo ding over de buik van mijn broertje. Geen stuwing naar de nieren. Dat is een beetje goed nieuws. Dat betekent dat de urine nog soort van weg kan, al is het maar twee keer per dag en dan uitsluitend onder de douche.

16.00 uur. Weer naar beneden, naar de oncoloog. “Ik kan het niet goed zien, er moet een MRI gemaakt worden. En een endoscopie. Binnen een week.” Hij maakt de papieren in orde. Schrijft een pijnstiller voor. Wat zijn de opties als het mis is? Hij kijkt ons strak aan. Ik ken die blik zo langzamerhand. Het is de ‘dit is moeilijk blik’. Het is de ‘dit gaat harder dan we hoopten blik’. Bestraling, chemo. Moet eerst alle resultaten hebben. “En Amerika in juli?” vraagt broertje. “Zou ik niet op rekenen,” zegt de oncoloog met de blauwe ogen.

16.20 uur. Balie radiologie. MRI vragenlijstje. O, ooit ijzersplinter in het oog gehad? Dan moet er eerst een foto van het hoofd gemaakt worden. Weer naar boven. Radiologie. Wachten. Foto maken. Ik bel ex van broertje die al een paar keer ge-SMS’t heeft. Wacht maar met kinderen vertellen tot na de onderzoeken.

16.40 uur. Balie radiologie. Afspraak MRI lukt niet. Broertje wordt er morgen over gebeld.

16.50 uur. Naar boven. Afspraak maken voor de endoscopie. Vrijdagochtend 9.00 uur. Meteen uitslag.

17.10 uur. Parkeergarage uitrijden. De zon in. Radio aan. Het leven gaat door en dat voelt behoorlijk ongepast. Ik breng broertje naar huis. Rijd door naar mijn ouders. Vertel het ze. Ze huilen.

18.30 uur. De ring staat vol. Ik bel Eva en Ramon. Ramon heeft net artsenexamen gehad. Eva doet HBO Verpleegkunde maar gaat met geneeskunde starten. Spreek de medische kant met ze door.

19.30 uur. Thuis. Op de bank. Ik trek mijn jurk over mijn blote benen. Maak me zo klein mogelijk. Frank slaat zijn armen om me heen. Gaat dan rondje Weerwater rennen. TV aan. Na vijf minuten uit. Googlen. Niet wijzer worden.

23.00 uur. Slapen. Lukt niet. Radio aan. Opstaan. MAC opstarten. Weer naar bed.

07.00 uur. Wakker. Er is iets. O ja.

Dit bericht is geplaatst in Broertje, Familie, kanker, Leven, Liefde, Planet Onco met de tags , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *