Of ik ben zwanger, wat me onwaarschijnlijk lijkt, of het zit tussen m’n oren: maar ik lijd aan opruimwoede. En dus, na een alweer productief ochtendje met Peter bij Tante (score P: 1 artikel, C: 1 websitetekst), ben ik naar Ikea gereden. Jawel! Solo, want met lief Ikea doen, trekt een te zware wissel op de relatie. Solo op zoek naar de garderobekast dus. Of, zoals de Ikea catalogus ronkt: begin de dag goed in je garderobekast!
O, wat bestaan er toch veel fijne garderobekasten! Met handige hangdingetjes voor mijn jurkjes en zijn hemden. Met ophangers voor broeken en zelfs voor stropdassen! Met soepele lades met verdelers waar alle sokken als gezellige bolletjes in kunnen wonen. Met lekker ruikende houten lades waar mijn behaatjes en slipjes elkaar eindelijk kunnen vinden. En onderin plek voor 34 schoenen die over een – vast door hele sexy Viking – ontworpen systeem gehangen worden zodat ze kunnen uitrusten na een lange dag hard werken. Ik heb niet eens 34 schoenen, maar die kunnen er dan wel komen!
Nou weet ik vrijwel zeker dat lief het helemaal niets vindt. Hij vindt garderobekasten lelijk, burgerlijk, overbodig. Dus ik moet een list verzinnen. Of er gewoon eentje laten bezorgen en hem voor het blok zetten. Dan koop ik er een van mijn bij Tante bij elkaar getikte centjes. En dan doe ik er speciaal voor lief een stropdassenhanger bij want hij is tegenwoordig een hot shot gedragsverandering trainer, die in pak en das hot shot bazen moet trainen in hoe je met mensen om moet gaan.
Wat zal ik opgeruimd door het leven gaan als ik mijn dag in zo’n garderobekast zou kunnen beginnen. En dat de toekomst zich dan goed georganiseerd en overzichtelijk voor me uitstrekt… Dat lief en ik ’s ochtends naast elkaar, relaxed glimlachend, de kast openschuiven en in één oogopslag dat jurkje, dat hemd, zien hangen dat we die stressloze dag aan willen. De garderobekast die ik op het oog heb heet niet voor niets Pax! Nu alleen nog een cursus strijken en vouwen en vrede is met ons.
De opruimwoede komt me bekend voor. Wij hebben sinds kort een, zeg maar, Pax-gordijn.
Eerst hadden we in onze kleding / train / rommel/derde pc / opberg / kunnen-we-echt-niet-weggooien-kamer alle kleding in een Ikea-mandjessysteem. Lekker praktisch. Vanuit de badkamer loop je rechtstreek die kamer in en zonder zoeken hup rechtstreeks naar de onderbroeken en van daaruit verder. Maar na twee jaar in dit huis gaat het toch vervelen. Je gaat dingetjes niet meer opvouwen, je stapelt wat dozen, andere zaken zet je ook even neer (tijdelijk natuurlijk) en dat oogt niet prettig. Zeker niet als je de deur naar die kamer vergeet dicht te doen.
Toen er kinderen aan de deur kwamen voor kinderpostzegels zag je gewoon aan ze dat zij het niet eerlijk vonden dat zij wel hun kamer moesten opruimen, en ik niet.
Afijn: voor 80 eurootjes prima geslaagd bij de Kwantum. Diep/Bloed/Bastisch/Steenrood met een onduidelijke expressie erop in blauw en natureltinten. Mijn stoere echtgenote gaat met onze klopboor als een bouwvakker tekeer (Moet ik helpen schat? – Nee, maak jij er maar lekker kopje koffie en haast je niet…) en weg is de zooi.
Ik kan al op de tast de meeste kleren vinden, alleen twee dezelfde sokken duurt even. De gordijnen gaan dus niet noodzakelijkerwijs open en dus is er voor mij voorlopig geen noodzaak om te zien of er wat weggegooid moet worden. Dat zien we over een jaar of drie wel.