Als ik in de trein tegenover haar ga zitten, kijkt ze even op. De ogen blauw en uitvergroot achter een imposant brilmontuur. Rond gezicht, mollig, het haar strak naar achteren, een vlechtje loopt over haar hoofd naar achteren als een zachte drempel. Haar zwarte shirt steekt af tegen haar witte, melkachtige huid. Sommige vrouwen hebben borsten, sommige een boezem. Zij heeft een boezem. Een romige nog wel. En mollige armen die ooit een baby aan die boezem zullen koesteren. Even kijkt ze naar buiten waar groene weilanden onder de grijze wolkenlucht saai liggen te zijn. Dan verdiept ze zich weer in haar tijdschrift. De ‘Glamour’ zie ik. Op de cover het gezicht van een vlekkeloos model. Blonde lokken vallen om een perfect, geshopt gezicht. Gouden oogschaduw, rode lippen. Het meisje bladert, zucht af en toe onhoorbaar. Haar verlangen is bijna tastbaar. Verlangen zo’n vrouw te zijn. Glad, vlekkeloos, goudblond, gecovered.
Haar telefoon piept. Ze vist hem uit haar tas, leest, glimlacht zacht. Het licht valt van de zijkant op haar gezicht. Het is een bijna archetypisch beeld. Een vrouw, het bericht van haar geliefde lezend. Zoveel vrouwen lezend, door de eeuwen heen schemeren door in dit beeld, in haar. Vermeer schilderde haar al in 1663. Een raam, de vrouw verwachtingsvol lezend, gevangen in het licht.
Ze bergt haar telefoon weer op en bladert verder. Ze heeft geen idee. Ze bladert en verlangt ernaar iemand anders te zijn.
Prachtig! Iconisch.
Dank je, Peter!
Mooi blogje, mooi meisje.
Mooi ‘Vermeer meisje’, mooi meisje wil Meer.
Gouden bergen verlangen,
Gouden Eeuw,
Gouden gedachten spoeden zich heen.
Mooi, Odette