Mijn broertje lijkt wel een lichtje dat langzaam uitgaat.
Gisterenavond de verjaardag van filmbroer in een Amsterdamse kroeg. Familie, vrienden, iedereen was er. Alleen broertje niet. En dat was zo moeilijk. Onder het lachen, kletsen en juichen voor onze jongens in Bern ligt het verdriet als een open wond. Ik zie het aan mijn stoere filmbroer die gewend is oorlogsdocu’s te maken met gevaar voor eigen leven maar dit niet kan handlen. Ik zie het aan mijn moeder die ogenschijnlijk ontspannen naast me zit en dan ineens zegt terwijl de tranen over haar wangen lopen. “Ik kan nooit meer met de hond op de dijk wandelen als er iets met hem gebeurt. We hebben daar te vaak samen gelopen.” En wij drietjes, lief, Isa en ik, teruglopend door de Warmoesstraat naar het station. De bijna onbewingbare neiging om op de stoeprand te gaan zitten en alleen nog maar te huilen.
Morgen zitten we weer tegenover de oncoloog in het AvL. Ik hoop op een wonder. Niet eens om beter te worden. Ietsje meer kwailiteit, ietsje minder pijn. Dat moet toch kunnen?