De geest is een raar iets. Neem demente oma. Die niet mijn oma is maar mijn schoonmoeder. Ze is 83 en nogal vergeetachtig. Nou ja, extreem vergeetachtig. Of het dementie is, weet ik niet en wat maakt het verder uit als je je leven kwijtraakt.
Vorige week was ze een paar dagen hier. We waren in een kledingzaak en zij zag een leuk bloesje. “Maat 36”, zei ze. Haar leven is blijven steken bij maat 36. Natuurlijk paste het niet en ik ging op zoek naar maat 42. Even later stond ze in de winkel achter me. In rok, beha en op blote voeten. En vond ze het bloesje ineens helemaal niet mooi meer. Ik hielp haar haar eigen bloes weer aantrekken. “Deze zit wel lekker! En hij staat leuk. Ik neem deze!” “Dat is uw eigen bloes, oma. Daar hoeven we niet voor te betalen dus dat scheelt…” Ongeveer hetzelfde verhaal speelde zich af bij de schoenenzaak.
Het lijkt of haar geest nog maar een ding tegelijk kan verwerken. Blijft haken bij een onderwerp dat in haar hoofd zit. Dit keer was het onze vakantie. Ze weet, het is zomer dan zijn Frank en Connie weggeweest. En dan begint ze te vragen. “Jullie waren op vakantie toch? Italië he, twee weken.” “Nee oma, we waren in Amerika. Vier weken.” Vijf minuten later volgt hetzelfde gesprek. Woensdag heb ik geturfd: 23 keer. Het erge is. Je wordt er gek van. Het is zo moeilijk nog aardig en geduldig te blijven. Vanaf de 15e keer hou ik het maar bij Italië. En op de een of andere manier voelt ze dat, dat ze niet meer echt mee komt. Aan de andere kant, een laatje uit 1952 trekt ze moeiteloos open.
Ze zal niet heel lang meer zelfstandig kunnen wonen en dat kunnen we niet met haar bespreken. Ze vergeet het. Ze is niet meer in staat goed te kiezen. Maar is ook weer niet zo ver heen dat ze niet meer begrijpt waar ze is. En zo balanceert ze in het schemerdonker door, in evenwicht gehouden door haar oudste herinneringen. Ze is op weg naar het einde en tegelijkertijd op weg naar haar begin.
Tja het is wel zielig natuurlijk, maar ouderdom(clicheetje!) komt met gebreken.
Je staat aan de buitenkant en kunt er niet meer in… niet in haar hart, niet in haar hoofd.
Toch ben ik ervan overtuigd dat er wel degelijk geluk te vinden is in dat introverte doolhof.
Connie, wat schrijf je toch goed!
Collega! ik krijg er rode wangen van! Dank je!
Zo ben ik iedere ochtend mijn file-genoten aan het plezieren met “De Glimlach van een Kind” dat ik in tweede kopstem mee-ehhh.. zing(?)
Enig doel is -naast het wakkerhouden van mijzelf en mijn directe omstanders- dat ik later dit onbewust blijf doen als ik dement ben geworden.
Ik verheug me nu al op de woedende blikken richting de verpleger die deze trigger per ongeluk bij me gaat ontdekken (Meneer de Kat is altijd zo stil, misschien vindt hij het leuk als we met z’n allen gaan zingen…nou, en of Meneer de Kat dat leuk vindt!) , waneer er uit kamer 13 weer keihard “Dat zzzeeehheeecht een ku-hinnnnnd” schalt in een nog te ontdekken toonsoort.
En zo heb ik nog minstens 99 andere dingetje waar ik aan werk…
Haha. De tweede Almeerse Idol staat op…
Hahahahha, Marco