Soms word je onverwacht gekatapulteerd naar een ver verleden. Kijk naar de foto onder uit het Stadsarchief Amsterdam, waar ik met mijn moeder was. Begin jaren ’60 verhuisden wij, zoals zoveel Amsterdammers , vanuit de Jordaan, naar ons nieuwe paradijsje in Overtoomse Veld. Hadden we ons Jordanese pandje behouden, dan waren we nu rijk geweest, maar destijds was de Jordaan bij lange na niet de opgepimpte yuppenwijk die het nu is. Het pandje van drie verdiepingen werd verkocht voor 1000 gulden en we vertrokken westwaarts.
Ik stond voor de foto en zat direct weer in de zandbak. Diep graven naar hard zand om de emmer en de vormpjes mee te vullen. Het koude, natte zand en mijn van het gegraaf pijnlijke vingertoppen. Op de rand van de zandbak werd de emmer omgekeerd, kloppen op de bodem, voorzichtig optillen en voilá: een taart. Zacht warm zand in de zeef, over de taart strooien. Afmaken met steentjes en schelpjes.
Toen we er kwamen wonen, was onze straat nog niet bestraat. Overal lagen stapels grote, grijze stoeptegels. We maakten er hutten van met alle kinderen uit de straat, zeker een stuk of twintig. Briljante iglo-achtige bouwwerken. Bij die van ons moest je eerst een meter of vijf een lange, claustrofobische gang doorkruipen om in de hut te komen. De hut zelf was groot, we brandden er kaarsen, leesden er strips en vertelden elkaar sterke verhalen. Over de rode hond bijvoorbeeld, waar voor gewaarschuwd werd op de kleuterschool. Elke middag gingen we op het landje en de dijk op jacht naar de rode hond, maar die bleef onvindbaar. Of we beraamden plannen hoe we de engelhaartjes konden pakken, een stel broertjes met witte krullen die in de volgende straat woonden en op de verkeerde school zaten: de protestantse en dus een pak slaag verdienden.
De wijk is inmiddels gesloopt, nog steeds tot groot verdriet van mijn moeder die, zoals zoveel Overtoomse Velders, inmiddels naar Nieuw Sloten verhuisd is.
Om de hoek van haar flat ligt een pleintje met een klimrek en een zandbak. Op de rand van de zandbak staan taartjes. In de zandbak zit een klein meisje met donker haar geconcentreerd zand in haar emmertje te scheppen. Ze schept herinneringen, maar dat zal ze pas veel later ontdekken.
Herinneringen zijn de kostbaarste zaken die we verzamelen gedurende ons leven. Mooi verteld.