Ineens zit ik opgescheept met een gezonde hollandse jongen die niets meer belangrijk vindt, behalve de dikte van het ijs en waar en wanneer er een toertocht verreden wordt. Manlief is door het dolle. Hij heeft er zelfs vrije dagen voor opgenomen. Zijn bureau ligt bezaaid met prints. Over de Belterwiedetocht bijvoorbeeld waarvoor schaatsers zich kunnen inschrijven bij cafe Otterswold in Belt Schutsloot. Belt Schutsloot.
Even de naam proeven.
Mijn hoofd vult zich met Bert Haanstra achtige beelden. Een koe glijdend over een slootje. Beelden van erwtensoepslurpende monden en druipneuzen waaruit het liefelijk en oer hollands in de soep druppelt.Een laagstaande zon zorgt voor surrealistische, omfloerste beelden van voorovergebogen voortzwoegende schaatsers.
Maar, pas op! Wildschaatsers kunnen de tocht verpesten, waarschuwt IJsclub Ons Genoegen. ‘Ik doe een dringend beroep op het schaatslegioen om vooral niet op eigen houtje in deze buurt te gaan schaatsen! Dan heb ik en de politie er geen enkel zicht meer op en kunnen zich de meest wilde taferelen voordoen.”
De meest wilde taferelen.
Wildklunen? Scheve schaatsen? IJsseks? Niet waarschijnlijk. Als er iets niet sexy is, zijn het schaatsoutfitjes. Behalve als Sven erin zit natuurlijk. Wilde taferelen. Overvallen op de koek en zopie? Een frauduleuze schaatsenslijper? Wilde taferelen. Ik kan me er niks bij voorstellen. Mijn Hollandse jongen ook niet. Die komt iedere avond thuis met een gelukzalige blik in zijn ogen en vertelt over dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan, eindeloze verten, het gekras van de schaatsen. En laat dan vervolgens trots weer een medaille zien. Mijn man is een jongetje geworden deze dagen. Een Bert Haanstra jongetje.
Wilde taferelen? Laatst heb ik wildschaatser Eimert van Middelkoop beentje gelicht omdat hij mij met het pistool op de borst wilde beroven van mijn trajectstempels, vandaar…